OVERGEWICHT (OBESITAS) > Behandeling

Behandeling

Obesitas is een chronische aandoening, waardoor een behandeling op lange termijn nodig is. Het succes van de behandeling (therapietrouw) vergroot indien deze afgestemd is op de behoeftes van de persoon. De behandeling van obesitas verloopt in twee stappen:

  • evaluatie: het bepalen van de graad van overgewicht en de risico's op gezondheidsproblemen;
  • therapie: een vermindering van het overtollig gewicht en een behoud van het bekomen gewichtsverlies. Bij kinderen volstaat meestal een gewichtsstabilisatie.
De evaluatie van het gewicht gebeurt aan de hand van de BMI of QI, lichaamsvetverdeling en percentage overgewicht. Zowel gewicht, lengte en BMI worden uitgezet op de respectievelijke groeicurven. Verder worden deze waarden bepaald tijdens de opvolging. Zo kan de gewichtsdaling en het verlies van abdominaal lichaamsvet worden geregistreerd.

Bij de aanvang van de therapie is er een doelstelling van een gewichtsdaling van 10% binnen de 6 à 12 maanden. Dit is voor de meeste patiënten haalbaar. Een gewichtsvermindering van 5% na 6 à 12 maanden wordt als onvoldoende beschouwd. Bij een gewichtsdaling van 10% nemen ook de gezondheidsrisico's af.

Bij de behandeling staat naast gedragsverandering, aangepaste voeding en het verhogen van de fysieke activiteit centraal.

Aangepaste voeding:
Een basisprincipe bij de behandeling van obesitas is een daling in de energie inname. Bij de preventie van obesitas moet er worden gestreefd naar een evenwichtige energie inname.
Een energiebeperkte voeding moet wel de nodige essentiële voedingsstoffen aanbrengen. De graad van energiebeperking kan variëren van persoon tot persoon. Dit is de reden waarom iedere energiebeperking persoonsgebonden is.

Er bestaan twee soorten van energiebeperking:

  • matige energiebeperking (500 - 1000 kcal onder de behoefte);
  • strenge energiebeperking (< 800 kcal).
Er wordt steeds de voorkeur gegeven aan de matige energiebeperkingen. Deze geven het meeste kans op succes op lange termijn.
Bij een matige energie beperking is het uitgangspunt een gezonde en gevarieerde voeding die is samengesteld volgens de principes van de voedingsdriehoek. Binnen de voedingsinformatie komen ook volgende punten aan bod:
  • het lezen van etiketten op voedingsmiddelen (voorbeelden);
  • vetarm leren koken of kennis hebben van bepaalde bereidingstechnieken;
  • beperk het gebruik van alcohol.
Een strenge energiebeperking wordt bij jongeren niet aanbevolen. Ook bij volwassen is het gebruik enkel verantwoord in specifieke gevallen.
Ze worden enkel gebruikt als snelle vermagering noodzakelijk is, bijvoorbeeld voor een operatie.

Verhoging van fysieke activiteit
Volgens de resultaten van de Nationale Voedselconsumptiepeiling waren er binnen de groep van 15 tot18 jarigen slechts 25,7% meisjes en 40,7% jongens die dagelijks voldoende lichaamsbeweging hadden.
Lichaamsbeweging is altijd belangrijk, maar zeker als je overgewicht hebt. Het zorgt ervoor dat je makkelijker vermagert en dat je je gewicht makkelijker kan behouden.

Het is belangrijk om elke dag minstens 30 minuten te bewegen. Bij een goede vorm van dagelijkse beweging zal je iets sneller en iets dieper ademen dan normaal. Naast je dagelijkse activiteiten is het ook belangrijk om 3x in de week aan wat intensievere inspanningen te doen.

Een verhoogde fysieke activiteit heeft een positief effect op:

  • Lichaamsgewicht: eens je gewenste gewicht bereikt is, heb je minder kans om terug bij te komen als je blijft sporten.
  • Lichaamssamenstelling: vermindering van abdominaal (ter hoogte van de buik) lichaamsvet.
  • Voedselinname: na het sporten zal je ook minder honger hebben dan gewoonlijk
  • Gemoedstoestand:
  • Bewegen kan ook je kans op depressie verminderen en helpt stress tegengaan
Aanbevelingen voor lichaamsbeweging:
Er wordt aanbevolen om minimum 3 maal in de week een sportactiviteit uit te oefenen. Er wordt best gekozen voor een sportactiviteit waarbij de gewrichten het minst worden belast bv. fietsen, zwemmen. Tijdens het sporten is het aangeraden:
  • stevige sportschoenen te dragen, met eventueel aangepaste steunzolen;
  • katoenen vochtabsorberende kledij;
  • de huidplooien vooraf beschermen tegen schimmel;
  • niet trainen tijdens de warmste uren van de dag;
  • voldoende water drinken tijdens het sporten.
Welke activiteit en hoeveel?
-> Verhoog de activiteiten in het dagelijks leven:
  • neem overal de trap in plaats van de lift;
  • doe kortere afstanden bij voorkeur te voet of met de fiets;
  • parkeer de wagen niet zo dicht mogelijk bij de plaats waar je moet zijn;
  • laat nu je fiets in orde zetten;
  • laat je niet afschrikken door slecht weer.

Zoek extra beweging:

  • Ga regelmatig eens wandelen of fietsen ipv TV te kijken, gamen, achter de computer te kruipen of een tijdschrift of strips te lezen.
  • Als je met het openbaar vervoer rijdt, stap een halte vroeger af en doe de resterende afstand te voet.
  • Ga tijdens de schoolpauzes sporten;
  • Loop gerust opnieuw de trap op en af als je boven of beneden iets vergeten bent.

Doe aan sport

  • zoek een sport die je gemakkelijk meer dan 30 minuten kan volhouden en die voor jou aanvaardbaar is;
  • kies een sport die je graag doet;
  • doe ook aan sport tijdens vrije momenten;
  • wandelen en fietsen kan bijna overal;
  • weinige technische vaardigheid vereist: wandelen kan iedereen, fietsen kunnen de meeste;
  • eenvoudige of goedkope uitrusting: goede wandelschoenen, een fiets, een badpak;
  • eventueel samen: met vriend(inn)en, familieleden, andere mensen met overgewicht.