download als PDF
DIABETES > Definitie

 

Geschiedenis
1500 voor Christus hadden de Hindoes al opgemerkt dat de urine van sommige personen bijzonder in trek was bij bepaalde insecten en vliegen. Rond 250 voor Christus werd de term diabetes gebruikt. Diabetes Mellitus komt uit het Grieks - Latijn (Grieks diabètès = sifon, van dia = door[heen], bainoo = gaan en Latijn mellitus = honingzoet). Diabetes Mellitus betekent letterlijk "zoete doorstroom" of zoete urine. Artsen die de diagnose wilden stellen, moesten van de urine proeven om te weten of deze zoet smaakte.
Pas veel later werd ontdekt dat het overvloedig plassen en de zoete smaak van de urine een gevolg was van een tekort aan insuline. In 1921 hebben Banting en Best insuline ontdekt.

Definitie
Diabetes is een chronische aandoening waarbij de alvleesklier (pancreas) niet in staat is om (voldoende) insuline te produceren. Het hormoon insuline is nodig voor de regulatie van de bloedsuikerspiegel zodat glucose verder tot energie kan worden omgezet.
Samengevat hebben diabetespatiënten een verhoogde bloedglucose (glycemie) doordat er te weinig of geen insuline voor handen is om de glucose uit het bloed weg te nemen.

Indeling
Er bestaan verschillende diabetestypes. Ze worden in tabel 1 samengevat.

De etiologische classificatie van diabetes mellitus
Diabetes type 1
Diabetes type 2
Andere specifieke types:
  • ziekten van de pancreas;
  • ontstaan door medicatie;
  • ...
Zwangerschapsdiabetes

Op deze website beperken we ons tot diabetes type 1 en diabetes type 2. Enkel de preventie en de behandeling van diabetes type 2 wordt uitvoerig besproken.

Type 1 diabetes
Diabetes type 1 ontstaat door een ontregeling van het immuunsysteem. Bij mensen met diabetes type 1 worden de cellen die insuline produceren (bètacellen van de alvleesklier) aangevallen en vernietigd door hun eigen immuunsysteem (het immuunsysteem is het natuurlijke afweermechanisme van het lichaam. Dit kan worden vergeleken met een leger dat voortdurend ons lichaam beschermt tegen indringers of items die vreemd zijn voor ons lichaam.).
Doordat deze cellen niet meer in staat zijn om insuline te produceren, ontstaat er een tekort aan insuline. Dit is dan ook de reden waarom diabetes type 1 patiënten insuline moeten toedienen. Diabetes type 1 kan op eender welke leeftijd voorkomen, maar manifesteert zich hoofdzakelijk rond de puberteit.
10% van alle diabeten heeft deze vorm.

De symptomen van diabetes type 1 ontwikkelen zich snel nadat de bètacellen zijn aangevallen door het immuunsysteem. De symptomen die op dat moment optreden zijn: verhoogde dorst, frequent urineren, constant hongergevoel, verlies van gewicht en wazig zicht. Je voelt je gedurende de ganse dag moe. Wanneer dit niet direct wordt opgemerkt kan je in ketoacidose vallen.

Wat is ketoacidose?
Spieren hebben suiker (glucose) nodig om te werken. Normaal gezien zorgt insuline ervoor dat de spieren deze glucose uit bloed krijgen. Maar als er geen insuline is om dit voor hen te doen, zullen ze een andere energiebron moeten aanspreken, namelijk de vetten. Deze vetten worden in de lever geoxideerd, met de productie van ketonen tot gevolg. Ketonen zijn zuren die het bloed verzuren en schadelijk zijn voor het lichaam. Ze worden verwijderd via de ademhaling verwijderd. Als er teveel ketonen worden gemaakt kan dit zelfs levensbedreigend zijn. Mensen die niet weten dat ze diabetes hebben kunnen hierdoor namelijk in een coma geraken.

Momenteel weten wetenschappers nog niet welke elementen aan de basis liggen van deze immuun gerelateerde aandoening. Ze denken dat diabetes type 1 een combinatie is van omgevings- en genetische factoren.

Type 2 diabetes
Type 2 diabetes begint meestal op latere leeftijd (> 40 jaar) en wordt gekenmerkt door een soort tekort aan insuline.

De betacellen in de alvleesklier of pancreas maken wel nog genoeg insuline aan maar ze reageren te traag (=glucoseresistentie). Als er dus op een bepaald moment insuline nodig is, zal die nog niet geproduceerd zijn.

Verder hebben de verschillende weefsels ook meer insuline nodig doordat de cellen resistent zijn voor insuline. Dit kan je vergelijken met een sleutel en een slot.
Insuline is de sleutel en op de cel zit een slot. Maar stel je voor dat in dit slot een deuk zit waardoor de sleutel niet meer past in het slot en je dus maar heel moeilijk binnen geraakt.

Dit is dus het geval bij diabetes type 2 patiënten: de cellen kunnen insuline maar heel moeilijk binnen laten(= insulineresistentie).
Het lichaam zoekt naar een oplossing.
De alvleesklier zal steeds meer en meer insuline produceren. Op dat moment zitten we in de ‘prediabetische fase’. Het proces is dan nog omkeerbaar!
Door veel te bewegen en een aangepast dieet te volgen zal de kans op diabetes type 2 snel dalen.
Als diabetes type 2 toch tot uiting komt, zal dit waarneembaar zijn door een hogere bloedsuikerspiegel.


Vroeger werd diabetes type 2 gediagnosticeerd bij mensen ouder dan 40, meestal met overgewicht.
Nu zien we met de stijging van de prevalentie van overgewicht bij kinderen, ook een toename van diabetes type 2 bij deze populatie. Om de bloedglucose op een normaal peil te krijgen, worden ze behandeld met orale antidiabetica en/of met insuline. Een gewichtsdaling is aanbevolen bij de behandeling van diabetes type 2.

Diabetes type 2 is een sluimerende aandoening. Diabetes type 2 manifesteert zich niet van de eerste dag. De ontwikkeling gebeurt geleidelijk aan. Daarom dat diabetes type 2 bij veel mensen kan aanwezig zijn zonder dat ze zich ervan bewust zijn. De symptomen kunnen gelijkaardig zijn aan die bij diabetes type 1:

  • zich moe voelen;
  • dorstgevoel;
  • misselijkheid;
  • frequent urineren;
  • snel gewicht verliezen;
  • wazig zicht;
  • gevoelig voor infecties;
  • schimmelinfecties;
  • traag genezen van wonden